Om goed te kunnen begrijpen hoe stress en stressfysiologie werkt, is het goed om verder in te zoomen op het stimulus-respons principe. Dit is niet alleen een belangrijk principe bij angst en stress, maar ook bij positieve emoties zoals geluk en liefde. Het principe beschrijft de werking van jouw brein bij het verwerken van prikkels. Het model verklaart hoe het komt dat jij last kunt krijgen van spanning in je lijf, hoofdpijn, onzekerheid, burn-out en andere stress gerelateerde klachten.
Stimulus: Een zintuigelijke waarneming
Een stimulus voor je brein is niets meer dan een zintuigelijke waarneming. Dit kan iets zijn wat je ziet, hoort, ruikt of proeft. Je bezit ruim 30 zintuigen met ieder hun eigen functie. Per seconde moet jouw brein ontzettend veel prikkels verwerken. Dit worden er ook steeds meer en zijn er bijvoorbeeld ongeveer 100x zoveel als 60 jaar geleden. Zolang je prikkelverwerking soepel verloopt en jij je ontspannen voelt is er niets aan de hand. Je verwerkt je zintuigelijke waarnemingen optimaal en alle gegevens worden netjes in jouw hersenen opgeslagen en verwerkt.
Op het moment dat je meer prikkels moet verwerken dat je brein aankan (of juist veel minder) raakt jouw lijf uit balans. Bij over- en onderprikkeling wordt je brein slordig in het verwerken van gegevens. Je kunt belangrijke en onbelangrijke gegevens niet meer onderscheiden en je raakt overweldigd. Hierdoor kan het voorkomen dat bepaalde zintuigelijke gegevens een foutieve emotionele lading meekrijgen. Een lading met een te hoog stressgehalte. Hierdoor kan het voorkomen dat een klein detail, zoals een kleur of een vorm, bij jou een sterke stressreactie oproept. Dit merk je niet bewust, want dit hele proces verloopt automatisch. Hierdoor is stress vaak onverklaarbaar voor je.
Evaluatie door het brein
Je zintuigen nemen waar en nemen de prikkels op. Die prikkels worden doorgegeven aan je brein. Jouw brein vergelijkt de binnenkomende gegevens met gegevens die al eerder in jouw brein opgeslagen zijn en werkt eigenlijk als een filter. Jouw brein let goed op kleine details; dus als je een waarneming doet waar eerder een hoog stressgehalte aan toegekend is, ervaar je die stress bij een vergelijkbaar detail opnieuw.
Je brein activeert een neuraal netwerk en als er sprake is van stress, angst, onzekerheid, spanning of druk, wordt als eerste je zenuwstelsel sterker geactiveerd. Je krijgt te maken met het fight, flight en freeze-principe. Dit principe komt altijd samen met stressfysiologie. Daar kun je veel last van hebben!
Respons: Stressfysiologie
Stressfysiologie merk je soms heel bewust en soms gaat dit subtieler. Je kunt bijvoorbeeld opmerken dat de adrenaline door je lijf stroomt en je hart sneller slaat, maar het kan ook zijn dat je de situatie juist gaan vermijden. Je voelt je onzeker en probeert te kalmeren. Dit is allemaal stressfysiologie. Welke stressfysiologie bij jou geactiveerd wordt, is afhankelijk van individuele ervaringen en kan zelfs per situatie verschillen. Het neurale netwerk, waar stressfysiologie deel van uit maakt, bestaat ook uit gevoelens, gedachten & overtuigingen en gedrag.
Meer over stressfysiologie lezen? Klik dan hier!
Respons: Emoties, gedachten & overtuigingen en gedrag
Samen met de stressfysiologie worden emoties aangezet. Emoties zijn ook bewegingen in je lichaam en brengen een bepaalde energie met zich mee. Als je last hebt van stress zijn je emoties meestal niet positief. Je voelt je misschien snel gefrustreerd, verdrietig, angstig of je voelt schaamte. Dat zijn natuurlijk geen fijne gevoelens en zorgen ervoor dat je welzijnservaring afneemt.
Emoties en stressfysiologie brengen ook gedachten en overtuigingen met zich mee. Als je dus te maken hebt met stress, zijn deze gedachten en overtuigingen belemmerend. Voorbeelden van belemmerende overtuigingen?
- Ik kan het niet
- Ik ben niet goed genoeg
- Ik mag de controle niet verliezen
- Anderen begrijpen mij niet
Dit alles zorgt ervoor dat je bepaald gedrag laat zien. Ben je een vechter? Dan is de kans groot dat je steeds in discussie gaat en de dialoog uit het oog verliest. Je reageert chagrijnig of boos. Ben je een vluchter? Dan ga je moeilijke situaties waarschijnlijk uit de weg of verval je in please-gedrag. Je gaat iets doen om het anderen naar de zin te maken. Zo voorkom je conflicten. Maar zowel vechten als vluchten, kost je erg veel energie.
Lukt vechten of vluchten niet? Dan bevries je. Je beweegt mee in de situatie en je gedrag is meestal passief. Je komt niet meer in actie en lijkt onverschillig. Jouw lijf heeft alle energie nodig om de fysiologische balans te herstellen.
Respons: Wat jij merkt
Gedrag, gevoelens en overtuigingen, emoties en stressfysiologie zijn allemaal processen die zich onbewust of onderbewust afspelen. Je merkt hier eigenlijk alleen het resultaat van. Je voelt bijvoorbeeld angst, stress of onzekerheid. Sommige onderdelen van je respons kun je wel bewust maken, zoals gedrag. Stressfysiologie wordt als eerste, na evaluatie door je brein, aangezet. Als je de stressfysiologie niet opruimt, lukt het je niet om gedrag te veranderen. Zelfs niet als je gedrag bewust maakt.
Daarom is het belangrijk dat je eerst de stressfysiologie elimineert. Als je dat doet, lukt het je daarna om andere overtuigingen, patronen en emoties aan te leren. De lading, die meestal onterecht op het kleine stimulus detail ligt, wordt opgeruimd, waardoor jij weer regie krijgt in jouw leven.
Heb je nog vragen over het stimulus-respons model bij stress of wil je meer weten over het elimineren van stressfysiologie? Laat het mij gerust weten. Dat kan bijvoorbeeld via onderstaand contactformulier.
Jouw vraag direct stellen? Dat kan! Vul onderstaand formulier in.
"*" geeft vereiste velden aan